Tijdens de raadsvergadering van 15 december 2020 is het vaarbeleid Giethoorn vastgesteld. Een onderwerp dat enorm leefde onder zowel de inwoners en ondernemers van Giethoorn, waardoor er ook veel insprekers waren.
Jeroen Ziel was woordvoerder op dit dossier namens de VVD. Onderstaand zijn bijdrage.
(overigens heeft Miriam Slomp-Dekkers zich onthouden van stemming op dit onderwerp ivm betrokkenheid bij dit onderwerp).
Voorzitter,
Vanavond buigen we ons over het voorstel vaar- en verhuurbeleid. Vorige week
hebben we al uitgebreid stilgestaan bij dit onderwerp. Volkomen terecht, want
het nieuwe vaar- en verhuurbeleid en de vermakelijkheidsretributie gaat zorgen
voor veel impact.
Voorzitter,
Het onderwerp leeft: diverse insprekers, veel zienswijzen, mails en insprekers
bij de fractie. Bij sommige raadsleden zijn zelfs zwemvesten thuis bezorgd. Een
ludieke actie omdat ondernemers wellicht zullen verdrinken door dit nieuwe
beleid, omdat toekomstige toeristen in minder veilige boten meer gemakkelijk
kunnen omslaan.
We begrijpen dat met name de
vermakelijkheidsretributie niet breed omarmd wordt.
Er zijn alternatieven voorhanden om hetzelfde
resultaat te behalen Het Amsterdams model bijvoorbeeld is in de politieke markt
een paar keer aangehaald. Het maximum aantal vergunningen blijft, de ondernemer
kan zelf bepalen hoeveel geld hij over heeft voor een vergunning. Het klinkt
leuk maar het grootste nadeel is: altijd de onzekerheid dat je een deel van je
bedrijf kwijtraakt en banken zullen zeer terughoudend zijn met financiering. Er
is ook gesproken over invoering in de hele gemeente en niet uitsluitend in
Giethoorn. Tegelijkertijd, de toeristische focus ligt wel op Giethoorn en in
veel mindere mate op bijvoorbeeld Belt-Schutsloot of Ossenzijl. Is het dan
terecht daar heffing te vragen waar minder problemen worden ervaren?
Voorzitter,
De keuze om over te gaan tot een nieuw systeem is niet een vrijwillige keuze.
De huidige vaarverordening voldoet niet aan de Europese dienstenregeling en op
het moment dat over de huidige vergunningsverlening bezwaren zijn zal dit mogelijk
leiden tot de gang naar de rechter. Als gemeente moet je wat ons betreft altijd
beleid hebben dat niet in strijd is met de wetgever. Bovendien, rechters en
processen zorgen voor onrust. Ook dat is niet verstandig.
Voorzitter,
Het coronavirus maakt het moment van
invoeren ongelegen Maar waar voorgaande wethouders niet kwamen met een plan, nu
ligt deze wel voor. De grote vraag in de
politieke markt was ook, gaat dit het gewenste effect hebben?Daarom hebben
meerdere fracties ook gepleit voor een evaluatiemoment aan het eind van het
toeristisch seizoen. Wellicht kan de wethouder zijn toezegging hierop nog
herhalen.
Voorzitter,
De vermakelijkheidsretributie wordt door de ondernemers gevoeld als een extra
belasting, een extra last op de rug van ondernemers in onzekere tijden. De
motie die is aangenomen door onze raad praat over de bezoeker draagt bij. Dat
is ook wat we vragen: het is een extra last voor de toerist. Een dagje
Giethoorn, een uurtje varen, dat wordt duurder. En, daar krijgt de ondernemer
iets voor terug: de vermakelijkheidsretributie vloeit terug naar Giethoorn.
Niet enkel in de vorm van boa’s, maar ook in maatregelen die het dorp, de
kanalen en vaarten, de beschoeiing ten goede komen. Misschien kan de wethouder
hier straks ook nog iets over zeggen. Ja, het is coronatijd. Ja, er is een
pandemie. Maar beleid voer je op rationele plannen, op verstandige afwegingen.
Je voert het niet op angst of de huidige onzekerheid.
Voorzitter,
Afrondend: de raad heeft meermaals aangegeven de toeristische sector belangrijk
te vinden. Het levert werkgelegenheid op en welvaart. Er wordt gevoeld dat die
waardering weg is met het introduceren van de vermakelijkheidsretributie. Dat
is alles behalve het geval voorzitter. De inspanningen van de ondernemers in de
afgelopen periode hebben Giethoorn op de kaart gezet, hebben bijgedragen aan
meer welvaart in onze gemeente, heeft geleid tot een substantiële bijdrage aan
de werkgelegenheid. Dit alles is ontstaan door eigen investeringen en eigen
inzet. Dit voorstel legt eindelijk een rekening neer bij de groep voor wie dit
allemaal gebeurt, de bezoeker.
Wij kunnen met
dit voorstel instemmen onder de voorwaarde van een uitgebreide evaluatie Is het
rustiger in de grachten? Is er gehandhaafd of blijven de excessen en gaten in
de regelgeving? Zijn de toeristen weggebleven of kunnen de ondernemers nog
steeds een mooie boterham verdienen? En, misschien het meest belangrijk: hebben
inwoners en ondernemers na een seizoen ervaring met dit beleid nieuwe voorstellen
tot verbetering? Op papier kunnen de plannen nog zo mooi zijn de praktijk zal
het moeten uitwijzen.
Tot zover Voorzitter,