Motie lastenbeperking inwoners

Het college had in de begroting een lastenverzwaring opgenomen voor 2020 én tevens een extra stelpost opgenomen voor lastenverzwaring inwoners voor 2021 en daarna. De VVD had het liefst helemaal geen lastenverzwaring opgenomen, maar gezien de lastige financiele situatie van gemeentes in Nederland in het algemeen en Steenwijkerland in het bijzonder ziet ook onze fractie geen andere keuze, zonder aan de basis voorzieningen of dienstverlening van Steenwijkerland te komen.

Zoals in de bijdrage van de fractievoorzitter al benoemd; als de VVD alleen de begroting had mogen samenstellen had deze er anders uitgezien, zonde lastenverzwaring, maar andere keuzes die wellicht weerstand hadden opgeroepen. Echter zo is de werkelijkheid niet in ons land. In een coalitie maken we met elkaar keuzes.

We zien echter wel mogelijkheden van financiele positieve effecten in 2020 op bv bedrijfsvoering, maar wellicht ook temporisatie van projecten als gevolg van stikstofdepositie. Deze eventuele voordelen willen wij in 2020 niet in investeringen omzetten, maar dan ten gunste laten komen van de inwoners als compensatie van de lastenverzwaring.

Bovendien accepteren we geen extra lastenverzwaring voor 2021 en daarna, dat moet uit de begroting. Mocht de financiele situatie in 2020 nadeliger zijn dan verwacht, dan moet het college de oplossing echt zoeken binnen de financiele uitgangspunten van het coalitieakkoord.

Hiertoe heeft de VVD, samen met de coalitiepartijen een motie opgesteld, die is aangenomen:

Motie: Beperking lastenverzwaring inwoner programmabegroting 2020-2023

Op dit moment ligt de meerjarenbegroting gemeente Steenwijkerland voor, waarin ook een lastenverzwaring voor inwoners is opgenomen. Het college heeft deze moeilijke keuze moeten maken omdat zij na de interne herprioritering waar al 2 miljoen bezuinigd is, op dit moment geen rigoureuze maatregelen wil nemen, omdat dan de basisvoorzieningen/dienstverlening die men voor Steenwijkerland gewenst acht geraakt zou worden.

We begrijpen dat het college de huidige programmabegroting heeft voorgelegd zoals nu gepresenteerd. We zien echter ook dat de financiële werkelijkheid niet stil staat en er door septembercirculaire en Rijk wellicht weer gunstigere perspectieven ontstaan, terwijl er ook verontruste financiële ontwikkelingen zijn als overschrijdingen in het Sociaal Domein.

We zien ook dat het budget bedrijfsvoering in 2019 wederom geld overhoudt, waarbij we de keuze respecteren dat het budget voor 2020 nodig is gezien de reorganisatie die dan vorm krijgt en de verwachte invulling van daarbij noodzakelijke vacatures, maar waarbij we wel scherp willen blijven monitoren of dit ook noodzakelijk blijkt te zijn in 2020.

Overwegende dat:

1.       Het college al pro-actief door flinke herprioritering 2 miljoen heeft bezuinigd.

2.       De septembercirculaire 2019 laat zien dat de financiële effecten die verwacht worden voor 2020 en daarna aanzienlijk gunstiger zijn dan nu verwerkt is in de begroting, maar om begrotingstechnische regels wij dit niet kunnen/mogen verwerken in de meerjarenbegroting.

3.       Het Sociaal Domein in 2019 een overschrijding van 600.000 euro laat zien, waarvan de structurele effecten nu nog niet inzichtelijk zijn en er ook nog andere onzekerheden in de begroting zijn opgenomen.

4.       Het Rijk samen met de VNG de trapoptrapaf systematiek gaat aanpassen (unaniem aangenomen met een motie bij de landelijke Algemene Beschouwingen), waar naar verwachting gunstigere effecten voor de gemeenten te verwachten zijn en uitvoeringstaken en ontvangen accres meer in balans gebracht worden en gemeenten meerjarig meer financiële zekerheid kunnen krijgen.

5.       We nu in de situatie zitten dat we een sluitende begroting moeten leveren, waarbij we bovenstaande overwegingen niet allemaal in de begroting kunnen verwerken.

Hiervoor dragen wij het college op:

1.      Indien uit de najaarsnota 2020 blijkt dat er een structureel overschot op de bedrijfsvoering is, dit overschot aan te wenden voor een beperking van de lastenverzwaring van inwoners en ondernemers in 2021 en de jaren erna.

2.      Indien blijkt dat er, in het algemeen, structurele ruimte beschikbaar is in de meerjarenbegroting 2021-2024, deze ruimte, bij voorrang, aan te wenden voor een beperking van de lastenverzwaring van inwoners en ondernemers in 2021 en de jaren erna.

3.      Bij eventuele tegenvallende financiële resultaten in 2020 of daarna, de oplossing te zoeken binnen de financiële uitgangspunten van het coalitieakkoord en niet over te gaan tot lastenverzwaring voor de inwoners en ondernemers, zoals nu verwoord bij de stelpost ‘verhogen overige belastingen en heffingen’ in de begroting.

4.      In de gemeenschappelijke regelingen het gesprek aan te gaan over taakstelling lastenverlaging conform trapop-trapaf systematiek in de bijdrage van de gemeente Steenwijkerland.

En gaat over tot de orde van de dag

5 november 2019