Geacht college,
Het A+O fonds Gemeenten heeft een jongerenregeling waarin nog €840.000 te vergeven is aan gemeenten die jongeren onder de 27 een betaalde baan aanbieden. De VVD ziet graag dat Steenwijkerland aanspraak gaat maken op die regeling.
Werk heeft voor de VVD topprioriteit. Als er kansen zijn om vanuit fondsen geld te steken in jongerenwerkgelegenheid, moet Steenwijkerland die grijpen. De jongerenregeling van het A+O fonds bevordert de instroom van ambitieuze jongeren in de gemeentelijke organisatie. Uit het artikel Geld Voor Instroom Jongeren van Binnenlands Bestuur bleek dinsdag dat het fonds nog ruim 8 ton beschikbaar heeft voor hun jongerenregeling[1]. Het doel is om de jongereninstroom te vergroten, vergrijzing tegen te gaan en onderwijs beter te laten aansluiten op de gemeentelijke arbeidsmarkt.
Dit is uiteraard goed voor jongeren zelf, maar ook voor de gemeente om binding te houden met de nieuwe arbeidsmarkt. “Technologische en maatschappelijke ontwikkelingen eisen naast de bestaande ervaring ook innovatieve ideeën,” zegt raadslid Bram Harmsma. “Aanstormende professionals zijn ideaal om daar aan bij te dragen.” Daarom stelt de VVD de volgende vragen aan het college.
1. Heeft de wethouder kennis genomen van het bericht Geld Voor Instroom Jongeren?
2. Is de wethouder op de hoogte van de subsidieregelingen van het A+O fonds Gemeenten, en heeft de gemeente al eens aanvragen ingediend voor (andere) subsidies uit dit fonds?
3. Is de wethouder bereid om een subsidieaanvraag in te dienen voor de Jongerenregeling bij het A+O fonds Gemeenten? Zo ja, hoe houdt de wethouder de raad van deze ontwikkelingen op de hoogte? Zo nee, waarom niet?
4. Is de wethouder het met de VVD eens dat de reguliere instroom van ambitieuze jongeren prioriteit verdient en dat de gemeente zich moet inzetten op een blijvende binding met de nieuwe opkomende arbeidsmarkt?
5. Is de wethouder het met de VVD eens dat verjonging van het personeelsbestand zowel voor de gemeente als voor ambitieuze werkzoekende jongeren belangrijk is?
Wij vernemen graag uw reactie.
Hoogachtend,Bram Harmsma